Stilstaan…, ook als dat pijn doet!

Mijn gedachten gaan terug naar de vooravond van mijn zomervakantie. Enige tijd daarvoor hebben we op een aantal afdelingen aangekondigd dat ik na mijn vakantie niet langer als manager aan deze afdelingen verbonden zal zijn en dat mijn collega het van mij zal overnemen. Niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat het voor de verdeling van werkzaamheden in het grotere belang wenselijk is. Met een aantal collega’s sta ik daar op voorhand bij stil. Mooie momenten die inzicht geven en waarvan ik leer. Inzicht in dat er soms daadwerkelijk een ‘hoger’ belang is, waarnaar je je schikt in het belang van het grotere geheel. Samen lachen we om de heerlijk eerlijke reactie van een collega die hierop haar wenkbrauwen optrekt, waarna we tot de conclusie komen dat we dat veel vaker in het algemeen belang handelen dan we ons bewust zijn. Loyaal, betrokken en vol compassie; dat maakt ook dat we met elkaar zoveel bereikt hebben. We voelen dat die hele directe samenwerking gaat stoppen. Later besef ik dat we daar niet veel woorden aan besteed hebben. We gaan daaraan voorbij. Ík ga daaraan voorbij.

Het lukt me niet om iedereen persoonlijk te spreken. Ik besluit een mail te sturen waarin ik mijn vertrek aankondig en terugblik op de tijd dat ik aan deze afdelingen verbonden was. Ik schrijf dat ik met pijn in mijn hart stop. Mijn hart ligt bij de cliënten van deze afdelingen. En als ik mijn hart zou mogen volgen, als er geen ‘hoger’ belang zou zijn en als alleen mijn belang ertoe zou doen, dan zou ik deze keuze niet maken. Hoewel ieder woord dat ik schrijf klopt en het recht uit mijn hart is, knaagt er ook iets. Ik voel het, maar ga eraan voorbij. Totdat een collega langskomt en vraagt of ik voor mijn vakantie nog ergens een gaatje heb om nog even naar de afdelingen te komen. Men wil bij mijn vertrek stilstaan. Ik ben verrast en ook enigszins overrompeld; stilstaan bij mijn vertrek? Ik ga toch niet echt weg? Ik ben toch nog gewoon aan de organisatie verbonden en als het nodig, gepast of gewenst is, ben ik er toch ook nog gewoon? Dat klopt, zeggen mijn collega’s, maar jij hebt ons ook altijd gezegd dat afscheid nemen belangrijk is. En daar willen we nu met jou even bij stilstaan. Oef! Die had ik niet zien aankomen. Voel me er ook wat ongemakkelijk bij. Die aandacht laat ik liever aan mij voorbij gaan. Toch zie en voel ik tegelijkertijd dat dat geen optie is. Ik krijg terug wat ik eerder heb uitgestraald. Zo komt het dat we een moment plannen, waarop ik inofficieel officieel ‘afscheid’ neem als manager van deze afdelingen. De aanloop naar dat moment neemt mijn ongemakkelijke gevoel niet weg. En dan besef ik dat er nu gebeurt waar ik ‘goed’ in ben; ik wil dat ongemak liever niet voelen. Weg bij de pijn. Het was in mijn supervisies en leersupervisies al een steeds terugkerend onderwerp. Doorgaan en doorzetten; niks mis mee. Wel als je daarmee voorbij gaat aan wat lastig, ongemakkelijk en soms zelfs pijnlijk is. En daar blijk ik goed in te zijn!

Ik word nu stilgezet en ontdek dat ik met het uitspreken dat mijn hart op deze afdelingen ligt, ook iets uitstraal naar de andere afdelingen waaraan ik verbonden ben. Ik vraag mij af wat maakt dat ik dit zo voel en besef dat ik op deze afdelingen professional ‘volwassen’ ben geworden. Daar heb ik voor het eerst gevoeld wat het betekent om letterlijk en figuurlijk naast iemand te mogen staan in de diepste ellende van zijn of haar bestaan. Daar heb ik gevoeld wat er gebeurt als je dan toch het vertrouwen van de cliënt krijgt. Daar heb ik gevoeld wat compassie en wederkerigheid betekenen; ook al het lastig is. Juíst als het lastig is. Dankbaar ben ik mijn collega’s die mij bij mijn vertrek hebben stilgezet. Ik leer dat iedereen zo zijn of haar eigen plek heeft waar je als professional ‘volwassen’ wordt en dat dat een speciaal plekje in je hart mag hebben. Mijn ‘knagende’ gevoel verdwijnt en ik voel dat ik op tijd moet stilstaan…, ook als dat pijn doet! 

Rosanne Hussaarts, Manager specialistische en forensische zorg