Het nut van een stoelendans en strijkijzer in de spreekkamer
Het leukste vind ik diagnostiek. Goed kijken en puzzelen tot het klopt. Heerlijk. Volgens Wikipedia is diagnosticeren de kunst, techniek of handeling om aan de hand van waargenomen verschijnselen, klachten of symptomen de meest waarschijnlijke oorzaak daarvan te vinden.
Natuurlijk zijn kennis van ziektebeelden en ervaring essentieel. Maar de kunst van diagnosticeren vereist een mix van scherp waarnemen, patroonherkenning en intuïtie. Dat leer je niet uit boeken maar in de praktijk. Het begint met de meester-gezel relatie tijdens de opleiding. Ook daarna blijft het inspirerend om patiënten gezamenlijk te zien. Door de nadruk op efficiëntie en productie, gebeurt dat steeds minder. Het is een van mijn drijfveren om te schrijven over wat ik doe. Vandaag neem ik je mee naar Chloe.
Diagnostiek begint in de wachtkamer. Chloe is 25 en zit in een hoek aan een tafel. Tegenover haar zit haar moeder. Een vriendelijke vrouw met een open blik. Chloe maakt kort oogcontact en is gespannen. Ik wijs ze mijn kamer. Zoals altijd bij nieuwe patiënten zeg ik met een uitnodigend gebaar ‘Ga zitten’ en observeer wat er gebeurt. Chloe en haar moeder staan wat ongemakkelijk bij het tafeltje in het midden. De keuze: een kleine tweezitsbank met lage zit of twee wat hogere stoelen. ‘Ik heb geen vaste plek’. Dat is bij aarzelende patiënten standaard mijn tweede zin. Meestal gaan ze dan zitten maar Chloe draalt en grimasseert, zichtbaar ontregeld. Pas als moeder de bank kiest, wordt het de stoel.
‘Is dit een gek begin van ons gesprek?’ vraag ik als ze zit. ‘Ja, best wel, met die stoelen’. Ze heeft een depressie die niet opknapt. Haar psycholoog wil medicatie-advies. Ik merk dat Chloe veel behoefte heeft aan structuur en helderheid. Dus geef ik gedetailleerd uitleg over het verloop van ons gesprek. ‘Dit helpt enorm, nu weet ik wat ik kan verwachten’ is haar spontane reactie. Ik besluit om eerst door te vragen naar angst, sociale interacties, rigiditeit en moeite met veranderingen, voor ik medicatie ga bespreken.
De manier waarop een kennismaking verloopt, bevat dus waardevolle informatie. Ook voorwerpen in de spreekkamer kunnen een rol spelen in het diagnostische proces. Het Gekke Strijkijzer staat al jaren in mijn spreekkamer. Een van mijn kinderen maakte het als readymade bij kunstonderwijs. Het blijkt een krachtig diagnostisch instrument. ADHD-ers zeggen midden in het gesprek opeens: ‘Wat is dat voor raar ding?’ Ook mensen met een autisme spectrum stoornis (ASS) hebben in de regel veel oog voor detail en merken het strijkijzer op. Maar ze reageren anders. Chloe wijst bij de tweede afspraak: ‘Zie je wel mam!’ Tegen mij: ‘Ik zei dat er een heel gek strijkijzer in je kast staat. Mijn moeder geloofde me niet’. Het is geen bewijs voor autistische trekken. Maar bij Chloe dacht ik er in het eerste gesprek al aan. Iemand met ‘alleen maar’ een depressie zou deze opmerking waarschijnlijk niet maken. Die zit opgesloten in zichzelf en heeft zo weinig interesse voor de wereld dat het strijkijzer haar niet opvalt.
We doen aanvullend onderzoek naar autistische kenmerken. De uitkomst bevestigt mijn vermoeden en verklaart waarom de depressie maar niet verbetert. Een nieuw behandelplan gericht op zowel de depressie als de onderliggende autismespectrum stoornis biedt Chloe weer hoop. Met dank aan de stoelendans en het strijkijzer.
Cassandra Zuketto is psychiater met een passie voor taal. In haar eigen praktijk behandelt ze vooral patiënten met complexe problematiek. Via haar columns laat ze u meekijken in haar spreekkamer. Wat ze beoogt? Laten zien hoe mooi haar vak is, collega’s inspireren en de drempel voor mensen naar de psychiater verlagen.