Een kastanje

Door mijn werk als interim/project-manager en adviseur kom ik bij verschillende zorgaanbieders, op diverse plaatsen in het land, over de vloer en zo ook deze woensdag. Richting het station in mijn woonplaats, loop ik door een straat waar de eerste tekenen van de herfst zichtbaar zijn. De stoepen liggen bezaaid met kastanjes en gedachteloos steek ik een paar in mijn jaszak. Aangekomen in het verpleeghuis waar ik een afspraak heb, kijk ik zoekend om me heen. De locatie is net geopend na een ingrijpende verbouwing en het oorspronkelijke woonzorgcentrum is een verpleeghuis geworden waar recent twee verpleeghuizen zijn ingetrokken.

De nieuwe locatie heeft niet een duidelijke receptiefunctie, maar niet getreurd, er is hulp. Meneer R komt in zijn rolstoel aangetrippeld. Hij hangt scheef, zwaait met één hand en lacht voluit. Ik herken hem van een van de “ingehuisde locaties” en ben blij dat hij er nog is. Hij herkent mij ook en pakt mijn hand. Ik moet mee naar het raam en met hem kijken naar het nieuwe uitzicht en de drukte buiten. Ik geef hem een kastanje en vertel over de herfst buiten en vraag welk jaargetijde hij het leukst vindt. Daar komt niet een antwoord op, hij blijft stug naar buiten kijken met de kastanje in zijn hand. Heb ik de verkeerde vraag gesteld, ik begin mij bijna ongemakkelijk te voelen. Dan wijst hij naar buiten en zegt “zoon, die vertellen”. Twee minuten later schuift de zoon van meneer R een stoel bij en begint te vertellen over zijn vader en diens leven in Marokko . Langzaam krijgt meneer R voor mijn een ander “gezicht” en in plaats van die scheefgezakte meneer in de rolstoel zie ik een jonge man vol idealen en dromen voor zijn gezin. Meneer R zegt af en toe een paar woorden, lacht veel en houdt de kastanje stevig vast. Zijn zoon is ontroerd door dit beeld. “Vader vertelde altijd over hoe hij vroeger tamme kastanjes at”. Meneer R knikt instemmend en doet net of hij een hapje van de kastanje wil nemen. We schieten alle drie in de lach. Meneer R stopt de kastanje vervolgens in zijn borstzak. “Die ben je kwijt”, grijnst de zoon.

Na dit vrolijke intermezzo loop ik de vergaderruimte binnen. Het is een taai overleg over formatie-functiemix en over dat wat moet en dat wat kan. Na 1,5 uur is er een korte pauze en ik loop de vergaderzaal uit. Tot mij verbazing staan meneer R en zijn zoon aan het begin van de gang. “Lang”, zegt meneer R en hij pakt mijn hand. “Vader wilde u een foto laten zien”, zegt de zoon en hij houdt een verkreukelde foto omhoog. Het blijkt een foto uit 1965 te zijn, waarop meneer R met zijn moeder staat bij een kastanjeboom. Als ik goed kijk, herken ik meneer R. De zoon vertelt dat zijn vader net zo lang in zijn spullen heeft gerommeld, tot hij het fotoboek weer vond. Allemaal herinneringen en dat door één simpele kastanje…
Ik moet dringend de vergadering weer in en wordt naar binnen gebracht door een glunderende meneer R en een verlegen, maar o zo trotse zoon.
Dit soort ontmoetingen maakt dat ik weet waar ik dit werk voor doe! 

Ina Diermanse, projectmanager, interimmanager en adviseur