Doelen halen en het woordje “niet”

Mensen willen graag creëren en willen dingen veranderen of verbeteren. Ze willen iets bereiken of ze willen ergens vanaf. Ze willen het een niet meer of het ander juist minder. Juist “iets niet” zorgt voor moeilijk haalbare doelen. De begrippen “niet” en “geen” bestaan namelijk niet in ons bewustzijn. Niets bestaat alleen bij de gratie van iets. Niets is niet-iets. Eerst is er iets, daarna kun je zeggen dat het er niet is. Je roept iets op in je brein en je geeft vervolgens de opdracht het te laten verdwijnen. Alleen het brein werkt niet op die manier. Door iets niet te willen roep je het niet gewenste beeld juist op, waardoor je het bekrachtigt.

Mensen willen graag creëren en willen dingen veranderen of verbeteren. Ze willen iets bereiken of ze willen ergens vanaf. Ze willen het een niet meer of het ander juist minder. Juist “iets niet” zorgt voor moeilijk haalbare doelen.

De begrippen “niet” en “geen” bestaan namelijk niet in ons bewustzijn. Niets bestaat alleen bij de gratie van iets. Niets is niet-iets. Eerst is er iets, daarna kun je zeggen dat het er niet is. Je roept iets op in je brein en je geeft vervolgens de opdracht het te laten verdwijnen. Alleen het brein werkt niet op die manier. Door iets niet te willen roep je het niet gewenste beeld juist op, waardoor je het bekrachtigt.

“Denk niet aan oliebollen”, zegt iemand en jij denkt aan oliebollen. Dat uitgesproken woord roept meteen het beeld of de gedachte op aan deze lekkernij. Je kan niet anders dan eraan denken. Hoe harder je probeert om oliebollen uit je hoofd te krijgen, hoe meer energie je erin stopt, hoe krachtiger het beeld wordt. Wat je aandacht geeft groeit. Wat wel helpt is aan iets anders denken, bijvoorbeeld appelflappen. Wil je niet aan oliebollen én appelflappen denken, maak dan een beeld van iets waar je wel zin in hebt. Doe dit experiment eens in je hoofd.

Mijn kleinzoon van 4 jaar stond eens in het bos met een stok te zwaaien naast mijn nieuwe auto. Verontrust riep ik naar hem “Florian, pas op, niet tegen de auto slaan”. Blij keek hij naar mij op en zei “Tegen de auto slaan?”. Je kon zien dat hij er zin in had. Gelukkig kon ik nog snel een positief doel bedenken: “Kom, we gaan tegen de bal slaan”. Dat vond hij ook erg leuk. Kinderen verbieden met het woordje “niet”, is niet zo handig. Door wat je zegt, roepen de kinderen een beeld op. Florian roept het beeld op van tegen de auto slaan. Het woordje niet kan hij niet visualiseren. Dat lukt volwassenen trouwens ook niet.

Veel mensen, die iets willen veranderen, geven aan wat ze niet meer willen, in plaats van wat ze wél willen. Zij bekrachtigen hierdoor juist waar ze vanaf willen. Effectiever is het om een doel positief te formuleren. Je kan jezelf dan beter de vraag stellen 'Wat wil ik wél? Wat wil ik in plaats van ...? De geest en het lichaam gaan dan actief aan een positief doel werken. We krijgen er zin in, wat al het halve werk is.

“Ik wil niet meer snoepen” doet je steeds denken aan snoepen. “Wat wil je wél?” “Ik eet drie maaltijden per dag en een klein gezond tussendoortje”. Dit is in positieve termen geformuleerd en zorgt ervoor dat je het denken aan snoepen loslaat en je positieve energie krijgt voor iets anders. “Ik wil mijn agenda niet meer zo vol hebben” is niet positief geformuleerd. “Wat wil je wél?” “Ik wil iedere ochtend en middag één uur vrijhouden in mijn agenda”.

Belangrijk is het bij het formuleren van doelstellingen dat je ze zo formuleert, dat ze door jouw inspanningen te halen zijn. Om te toetsen of dit het geval is kun je jezelf de vraag stellen ”Wat kan ik doen om dit doel te bereiken?“ Je partner veranderen bijvoorbeeld, zodat deze jou meer ruimte gaat geven, voldoet niet aan dit criterium. Jij zal niet instaat zijn je partner te veranderen. Dat moet je partner zelf doen. Je kunt wel zelf veranderen door je bijvoorbeeld voor te nemen helder en met kracht aan te geven wat jij wilt. Jouw verandering zal ook tot verandering bij je partner leiden. Lift yourself by yourself.

Als je je geest richt op wat je wel wilt, wordt automatisch energie in jou vrijgemaakt, die zich richt op je doel. Je focus verandert en alles, in en om jou heen, werkt mee om het gewenste te realiseren. Ook hier geldt “Wat je aandacht geeft, dat groeit”.

Voor dit hoofdstuk heb ik mij laten inspireren door de boeken “Tien geboden voor innerlijke rust” van Lisette Thooft en “Essenties van NLP” van Lucas Derks en Jaap Hollander.
Veel succes.

 

Jeroen van Ewijk heeft ruim 30 jaar ervaring met HRM binnen profit en non-profit organisaties. Binnen Van Der Hoef en Partners ondersteunt hij de directie en het team bij vraagstukken rond werken, samenwerken, persoonlijke- en teamontwikkeling.