Al die managers in de zorg zijn een ramp
Het zorgsysteem is vertroebeld geraakt door functies en belangen die niets met patiëntenzorg te maken hebben
‘Dag allemaal, ik ben Jessica en ik ben jullie nieuwe manager bedrijfsvoering’. Jessica is nog geen dertig jaar oud en straalt veel ambitie en goeie bedoelingen uit. Zoals ze zelf zegt: ‘ik heb er zin in’.
Wij van de werkvloer hebben echter geen zin in Jessica. Als professional worden we toenemend verstikt door almaar groeiende managementlagen waarvan niemand meer begrijpt wat de toegevoegde waarde is. Naast Jessica ‘bedrijfsvoering’ zijn er op de werkvloer talloze andersoortige managers met nietszeggende titels: teammanager, lijnmanager, manager inhoud, manager zorg, een projectmanager en niet te vergeten de algemeen manager. Natuurlijk hebben we als professionals krachten nodig die zaken regelen waar wij geen tijd voor hebben of niet voor zijn opgeleid: roosters, scholing, kwaliteitseisen en financiën. Maar inmiddels hebben we te maken met een systeem waar we het optimum al lang voorbij zijn en het in stand houden van deze soort een doel op zich is geworden, waardoor allerlei onzinfuncties als paddenstoelen uit de grond schieten. Om het eigen bestaansrecht wat op te tuigen worden er eindeloze teammiddagen georganiseerd en zitten we als professionals uren te vergaderen en naar whiteboards te turen.
Wat mij betreft wordt het stilletjes aan tijd om het feestje van de managers te verpesten en stevig te gaan saneren. Misschien een goede eerste stap om de handen aan het bed vanaf nu beter te belonen dan de managers die nu bij binnenkomst meestal in een hogere salarisschaal terechtkomen dan ervaren verpleegkundigen. De roosters voor de handen aan het bed krijgen we nauwelijks rond en ondertussen verdient Jessica substantieel meer dan de verpleegkundige die echt een wezenlijke taak heeft.
Het aanpakken van die wildgroei aan management is lastig, want net als Jessica bedoelen de meesten het goed en zijn ze overtuigd van het feit dat hun ‘bullshitbaan’ wel degelijk toegevoegde waarde heeft.
Wij als zorgprofessionals zeggen het dan maar eens heel eerlijk: al die managers zijn een ramp.
Jessica heeft geen achtergrond of ervaring in de zorg. Ze heeft wat managementervaring opgedaan bij een fastfoodketen en weet hoe ze zoveel mogelijk hamburgers moet verkopen. Tijdens haar introductie gaf ze aan dat ze ‘zoveel mogelijk van ons wil leren’ en met iedereen een gesprek zal inplannen. ‘Ten koste van de patiëntentijd’ hoorde je iedereen denken. Ik sprak met een verpleegkundige die nog had gepoogd de aanstelling van Jessica te dwarsbomen omdat niemand hem kon uitleggen wat Jessica kwam doen, maar tevergeefs. De hogere managementlagen hadden reeds besloten.
Hier zit m de kneep: van hoog tot laag moet het systeem zichzelf in stand houden, want als blijkt dat één schakeltje nutteloos is dan stort de hele keten in elkaar. Het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer, waarbij niemand durft te roepen dat de keizer naakt is.
Sinds Corona wordt de roep om meer geld naar de zorg steeds luider. Het kabinet werpt als tegenargument op dat de lasten daardoor op andere domeinen te veel worden verzwaard waardoor extra loon niet haalbaar is. De vraag is of er inderdaad meer geld naar de zorg moet of dat we gewoon minder Jessica’s moeten aanstellen. We hebben een zorgsysteem ingericht dat vertroebeld is geraakt door allerlei functies en belangen die nauwelijks meer iets met de primaire patiëntenzorg te maken hebben. Mensen zonder inhoudelijk verstand van zaken die zich en masse bemoeien met de professional met als netto-uitkomst dat onvrede zo sterk is toegenomen dat de professionals het vak verlaten, de zorg onnodig duur is geworden en op sommige plekken de kwaliteit van zorg ronduit beroerd is.
Deze tendens zie je door alle bestuurslagen heen. Een bestuurder van een grote zorginstelling waar ik ooit werkte had zijn sporen verdiend in het ‘container-wezen’ en leek de ideale man om de patiëntenstroom efficiënt te organiseren. Hij is weer snel vertrokken (uiteraard met een mooie gouden handdruk) omdat de dagelijkse praktijk toch fundamenteel anders bleek te zijn dan zoveel mogelijk containers door de haven zien te loodsen.
Maar ook topbestuurders zoals Edith Schippers, Ab Klink en nu Hugo de Jonge zijn met nul zorgervaring wel medeverantwoordelijk als ‘architect’ voor de rokende puinhopen van nu. Tekentafelbeleid, eindeloos gepolder zonder verstandige keuzes durven maken en het behartigen van de verkeerde belangen.
Tijd voor verandering, tijd voor de professional aan het roer.
Esther van Fenema, Psychiater en lijsttrekker politieke partij NLBeter